Bio-economie in de Kaukasus: kans of gevaar voor het milieu?

Bio-economie in de Kaukasus: kans of gevaar voor het milieu?

Het debat over de bio-economie is de afgelopen weken en maanden in een stroomversnelling geraakt. Het overleg over de herziening van de EU-strategie voor de bio-economie eindigt op 20 juni 2025, en de aanhoudende uitdagingen op dit gebied kunnen niet over het hoofd worden gezien. Volgens een actueel rapport van de DNR wordt benadrukt dat de Europese Commissie moet omgaan met de tegenstrijdigheden van het bio-economieconcept. De honger in de wereld neemt immers weer toe en treft meer dan 700 miljoen mensen. Achter de schermen woedt een intens debat over de manier waarop de bio-economie hongercrises kan bezweren en de mondiale voedselzekerheid kan bevorderen.

Het aantal hongerige mensen is sinds 2016 toegenomen en 2024 was het warmste jaar ooit gemeten. Extreme weersomstandigheden, zoals droogtes en watertekorten, treffen vooral landen in het Zuiden, waar de teelt van biomassa vaak de lokale voedselproductie bedreigt. De bio-economie wordt als veelbelovend gezien, maar brengt ook risico's met zich mee die niet kunnen worden genegeerd, vooral als de nadruk ligt op ecosystemen die bescherming verdienen en op de rechten van kleine producenten.

De GFFA 2025 – Een succesvolle uitwisseling

Onlangs vond het Global Forum for Food and Agriculture (GFFA) 2025 plaats, waar 63 ministers van Landbouw en talrijke internationale organisaties samenkwamen om de bio-economie te bespreken. Onder voorzitterschap van bondsminister Cem Özdemir werden belangrijke onderwerpen besproken en doelen gesteld. De deelnemers kwamen overeen de duurzame bio-economie te bevorderen om de mondiale voedselzekerheid, het behoud van de biodiversiteit en de klimaatbescherming te versterken. Ter ondersteuning werd ook financiering voor het FAO-partnerschap voor de mondiale bio-economie genoemd, wat het belang van internationale samenwerking op dit gebied aantoont.

De bevindingen van de GFFA benadrukten de behoefte aan duurzame productiesystemen, waaronder agro-ecologie en precisielandbouw. Dit werd vooral benadrukt omdat het in de huidige situatie van essentieel belang is dat lokale gemeenschappen betrokken worden bij besluitvormingsprocessen. De bio-economie zou voor velen een goede zaak kunnen zijn, maar brengt ook uitdagingen met zich mee, vooral op het gebied van de diversificatie van eiwitbronnen en de toegang tot financiering voor kansarme groepen.

De weg naar een klimaatneutrale toekomst

Een ander belangrijk aspect is de samenhang tussen landbouw, bosbouw en klimaatneutraliteit. In een onderzoek dat gedurende twee jaar is ontwikkeld, wordt gekeken hoe deze sectoren kunnen bijdragen aan het verwezenlijken van de duurzaamheidsdoelstellingen van de EU. Hoewel het geen alomvattend overzicht is, heeft de analyse tot doel de discussie over de toekomstige rol van de land- en bosbouw in een klimaatneutrale EU vooruit te helpen.

De auteurs van het onderzoek wezen erop dat de landbouw niet alleen voedzaam voedsel kan opleveren, maar ook een belangrijke bijdrage kan leveren aan de bescherming van het klimaat en de biodiversiteit. Als de vraag naar biomassa echter ongecontroleerd groeit, kunnen de milieuschade en belangenconflicten toenemen. De bio-economie moet daarom op een verantwoorde manier worden ontworpen om de transitie naar een duurzame, rechtvaardige voedselproductie mogelijk te maken.

Gezien deze vele facetten van de bio-economie is het duidelijk dat we op weg zijn naar een omslagpunt. De volgende stappen zullen van cruciaal belang zijn om tegemoet te komen aan zowel de behoeften van mensen die honger lijden als aan de eisen van het klimaat. Het is tijd voor een koerswijziging die niet alleen financieel haalbaar is, maar ook ecologisch en sociaal rechtvaardig.

Voor meer informatie over de ontwikkelingen in de bio-economie verwijzen wij u naar de rapporten van DNR, BMEL En Agora Agrar.