Oldenburg Judgement: Verzekering moet 148 dagen verlies betalen

Oldenburg Judgement: Verzekering moet 148 dagen verlies betalen

Een schade -gebeurtenis die veel bestuurders treft, heeft de afgelopen weken opslag veroorzaakt. Het gaat over de zo -aangedreven gebruikscompensatie die wordt betaald voor de tijd dat een voertuig na een ongeval in de workshop is. In een beslissend oordeel van het hogere regionale rechtbank van Oldenburg werd nu duidelijk gemaakt dat de vergoeding zelfs voor langere reparatietijden te wijten is.

Na een ongeval heeft de gewonde partij recht op een betaling als zijn voertuig niet kan worden gebruikt vanwege een ongeval. In het specifieke geval waaraan de ADAC aangeeft, duurde de reparatie een ongelooflijke 148 dagen. Dit was echter niet zonder controverse, omdat de verzekeraar aanvankelijk weigerde de compensatie te betalen omdat hij geloofde dat de gewonde partij vrijwillig zijn huurauto had teruggestuurd en zo zijn wil had verlaten om te gebruiken.

het juridische geschil

Het proces dat onder dossier nummer 1 u 173/22 werd geleid, verduidelijkte uiteindelijk dat de verzekering verplicht is te betalen ondanks de terugkeer van de huurauto. De getroffen bestuurder was betrokken bij een ongeval, dat hij niet schuldig was. De aansprakelijkheid van de verzekering was onbetwist. De verzekeraar betoogde echter dat de bereidheid om te gebruiken niet werd gegeven omdat de gewonde partij het aanbod van de huurauto had afgewezen.

Maar de omstandigheden waren ingewikkelder. De gewonde partij verdroeg de huurauto terug omdat hij onder druk werd gezet door de huurauto's. Hij had ook geen manier om een ​​geschikte vervanging te vinden, omdat het voertuig geen aanhangwagenkoppeling had, die hij dringend nodig had. Hij was ook afhankelijk van voertuigen van familieleden tijdens de reparatieperiode.

Oordeel en effecten

Het hogere regionale rechtbank oordeelde dat de eiser voldoende kon bewijzen dat hij inderdaad afhankelijk was van een voertuig tijdens de reparatieperiode en daarom ook een duidelijke wil had om te gebruiken. Het feit dat hij de huurauto verliet, heeft zijn beweringen niet verminderd. In plaats daarvan verplichtte de rechtbank de verzekering om het gebruiksverlies te betalen voor de gehele reparatieperiode.

Dit oordeel is van veel reikende belang, omdat het het raamwerk aanzienlijk opbergt voor toekomstige zaken. Het is nu duidelijk dat de terugkeer van een huurauto niet automatisch betekent dat het recht op compensatie wordt verbeurd. Verzekerd personen kunnen rekenen op het ontvangen van een vergoeding van een vergoeding, zelfs als hun voertuigen lange tijd in de workshop moeten blijven. Dit geeft de gewonde partij niet alleen meer veiligheid, maar maakt ook duidelijk dat de verzekeringsverplichtingen serieus moeten worden genomen.