Kostenexplosie in de jeugdzorg: Zollernalbkreis onder druk!
De Zollernalbkreis staat onder financiële druk als gevolg van de stijgende sociale en jeugdzorgkosten. Districtsbestuurder Pauli waarschuwt voor ernstige uitdagingen in het begrotingsjaar 2025.

Kostenexplosie in de jeugdzorg: Zollernalbkreis onder druk!
De financiële situatie in de sociale sector en de jeugdzorg is momenteel alles behalve rooskleurig. Opnieuw Boodschapper van het Zwarte Woud Volgens rapporten vertoont het boekjaar 2025 in het district Zollernalb op het eerste gezicht een weinig spectaculaire ontwikkeling. Maar bij nadere beschouwing blijkt een zorgwekkende realiteit: de uitgaven aan sociale voorzieningen en jeugdwelzijnsvoorzieningen schieten omhoog. Penningmeester Gerd Beiter informeerde de deelraad over de huidige financiële en budgettaire situatie en specificeerde de toewijzingen en belastinginkomsten.
Na de eerste zes maanden van het jaar werd een stijging van 628.000 euro genoteerd. Maar de totale omvang van de begroting bedraagt maar liefst 340 miljoen euro. Een grote post zijn de geplande uitgaven bij Bureau Jeugdzorg, die eind 2025 2,4 miljoen euro hoger zullen zijn dan het jaar ervoor. Ook de netto-uitgaven voor zorgbijstand van het OCMW stijgen met 1,3 miljoen euro.
Stijgende kosten en zaakaantallen
Prognoses voor 2026 wijzen op extra uitgaven van zo'n tien miljoen euro in sociale en jeugdzorgkantoren. Deze stijging wordt vooral veroorzaakt door het stijgende aantal zaken en de hoge kosten van maatregelen. Districtsbestuurder Günther-Martin Pauli waarschuwt dat deze buitensporige prestatienormen de financiële stabiliteit van het district Zollernalb in gevaar kunnen brengen. Hij benadrukt de noodzaak om gemeenten van voldoende financiële middelen te voorzien om de situatie onschadelijk te maken.
In het grotere geheel zijn deze uitdagingen ook in heel Duitsland te zien. Luidruchtig Destatis In 2023 gaven de federale, staats- en lokale overheden in totaal 71,9 miljard euro uit aan kinder- en jeugdwelzijn. Dit komt overeen met een stijging van 9,2% ten opzichte van 2022. Na aftrek van de inkomsten van circa 4,2 miljard euro zijn de nettolasten gedaald naar circa 67,6 miljard euro. Ook hier zijn de kosten voor kinderopvang met 48,8 miljard euro de grootste post.
Wie profiteert van de uitgaven?
Gelukkig werd een deel van het budget ook geïnvesteerd in onderwijshulp, wat in totaal 16,9 miljard euro bedraagt. Opvallend zijn de circa 1,4 miljard euro voor de sociaal-educatieve gezinsbijstand en de circa 8,1 miljard euro voor de huisvesting van jongeren buiten het ouderlijk huis. Er wordt ook geïnvesteerd: zo'n 3,2% van de totale uitgaven gaat naar het aanbod en de voorzieningen voor jeugdwerk.
Er is echt iets mis en het valt nog te bezien hoe de verantwoordelijken op deze ontwikkelingen zullen reageren. Het geld is niet alleen nodig in de grote steden, maar ook op het platteland, waar de uitdagingen vaak nog groter zijn. Uit de uitgaven van de afgelopen jaren blijkt dat de behoefte aan steun voor kinderen en jongeren voortdurend groeit. Dit wordt ook ondersteund door de gegevens van Statistisch waarin wordt gerapporteerd over de ontwikkeling van de uitgaven voor kinder- en jeugdwelzijn in Duitsland sinds 2001.