Politieagent onder vuur: straf dwarsbomen na bloedige misdaad in Aschaffenburg!

Transparenz: Redaktionell erstellt und geprüft.
Veröffentlicht am

Na een bloedige daad in Aschaffenburg doet het Openbaar Ministerie onderzoek naar belemmering van de rechtsgang door de politie. Een politieagent zou geen onderzoek hebben gedaan.

Nach einer Bluttat in Aschaffenburg ermittelt die Staatsanwaltschaft wegen Polizeistrafvereitelung. Ein Polizist soll nicht ermittelt haben.
Na een bloedige daad in Aschaffenburg doet het Openbaar Ministerie onderzoek naar belemmering van de rechtsgang door de politie. Een politieagent zou geen onderzoek hebben gedaan.

Politieagent onder vuur: straf dwarsbomen na bloedige misdaad in Aschaffenburg!

In januari 2024 vond er in Aschaffenburg een schokkende bloedvergieten plaats: een geesteszieke man vermoordde twee mensen, waardoor de hele discussie over het voorkomen van gewelddaden en de behandeling van geesteszieke mensen in Duitsland in het middelpunt van de belangstelling kwam te staan. De misdaad had echter al zijn wortels in een incident dat maanden eerder had plaatsgevonden. In augustus 2024 zou de dader, toen 28 jaar oud, zijn vriendin hebben aangevallen, gewurgd en verwond met een mes, zo blijkt uit de aanklacht. Ondanks deze gewelddadige aanval heeft de politie de zaak niet onderzocht. Dit roept vragen op die het Openbaar Ministerie van Coburg al opwerpt: waarom zijn er geen stappen ondernomen om de dreiging te onderzoeken?

Een politieagent die bij deze zaak betrokken was, staat nu terecht wegens het belemmeren van straf tijdens zijn ambtsperiode. Volgens de aanklacht zou hij willens en wetens de strafrechtelijke vervolging van de latere dader hebben gedwarsboomd. Het vermoeden bestaat dat hij de verdachte na de aanslag heeft aangehouden zonder gedegen onderzoek te hebben gedaan. Bij aanvang van het proces gaf de 29-jarige politieagent geen commentaar op de beschuldigingen, waardoor hij nu mogelijk een gevangenisstraf van zes maanden tot vijf jaar zou kunnen krijgen.

Vroegtijdige interventie- en preventieprojecten

De tragische gebeurtenissen in Aschaffenburg maken deel uit van een groter probleem dat de samenleving aangaat: hoe kunnen dergelijke gewelddaden worden voorkomen? In Noordrijn-Westfalen is bijvoorbeeld het preventieproject ‘PeRiskoP’ gelanceerd, dat tot doel heeft mensen met risicopotentieel in een vroeg stadium te identificeren. Het project bevordert de samenwerking tussen politie, gezondheidsautoriteiten, scholen en penitentiaire inrichtingen. Het doel is om te voorkomen dat geesteszieke mensen in de samenleving over het hoofd worden gezien en de gevaren die zij kunnen opleveren niet tijdig onderkennen. In de discussie over de preventie van gewelddaden wordt ook de aandacht gevestigd op de huidige stigmatisering van geesteszieke mensen, die vaak nog steeds een obstakel vormt voor vroege identificatie. Het aantal geesteszieke daders is de afgelopen jaren toegenomen, zoals uit toenemende statistieken blijkt: in 2022 bedroeg het aandeel psychopathologische diagnoses ongeveer 16% van de ernstige geweldsmisdrijven.

Een belangrijke stem in dit discours is de Duitse Vereniging voor Psychiatrie en Psychotherapie, Psychosomatiek en Neurologie (DGPPN), die in een position paper aanbevelingen heeft geformuleerd voor de preventie van gewelddaden. Er wordt benadrukt dat bestaande juridische opties consistenter moeten worden gebruikt zonder dat er nieuwe wetten nodig zijn. Het doel moet zijn om zowel de bescherming van de bevolking als de rechten van geesteszieken te beschermen. Een belangrijke stap zou de uitbreiding van zorgstructuren, integratiehulp en sociaal psychiatrische diensten kunnen zijn om het risico op gewelddaden te minimaliseren.

Uiteindelijk blijft de vraag hoe wetten en sociale structuren zo kunnen worden ontworpen dat zowel daders als potentiële slachtoffers tijdig worden beschermd. Gezien de huidige ontwikkelingen in de zaak van de politieagent en de verdenkingen tegen de geesteszieke man uit Aschaffenburg, valt er veel te overwegen en te bespreken.