Tweede golf vogelgriep: 24.000 kalkoenen moeten weg in district Vechta!
Een nieuwe uitbraak van de vogelgriep heeft geleid tot het ruimen van 24.000 kalkoenen in het district Vechta. Er worden beschermingszones ingesteld.

Tweede golf vogelgriep: 24.000 kalkoenen moeten weg in district Vechta!
In het district Vechta zijn zorgwekkende berichten verschenen over de vogelgriep. Na een positieve sneltest op 26 oktober op een vleeskalkoenbedrijf zijn er direct maatregelen genomen. De afgelopen dagen moesten 14.600 kalkoenen worden gedood om verdere verspreiding van het virus te voorkomen. Op 27 oktober werd de ziekteverwekker ook aangetroffen op een ander bedrijf in Bösel, waarbij 10.000 dieren werden getroffen. Volgens OM Online moeten in totaal 24.000 kalkoenen worden geruimd om de dierziekte in te dammen.
Om de nieuwe uitbraak onder controle te krijgen, is het district van plan een beschermingszone met een straal van 3 km en een toezichtszone met een straal van 10 km in te stellen, geldig vanaf 29 oktober om middernacht. Dit betekent aanzienlijke beperkingen voor bedrijven binnen deze zones. Deze moeten voldoen aan speciale eisen voor de veehouderij en voor de handel in en het verkeer van dieren.
Bioveiligheidsmaatregelen en verplichte installatie
De situatie is ernstig omdat vanaf 28 oktober strenge staleisen gelden voor alle pluimveebedrijven met meer dan 50 dieren. “De dieren moeten in gesloten stallen of beschermde faciliteiten worden gehouden”, aldus het district. Dit geldt niet alleen voor kalkoenen, maar ook voor kippen, eenden, ganzen en vele andere vogelsoorten. Het district roept alle holdings op om zich aan strikte bioveiligheidsmaatregelen te houden en vermoedelijke gevallen onmiddellijk te melden. De bevolking wordt ook geadviseerd om contact met wilde vogels, vooral kraanvogels, te vermijden.
De situatie in Nedersaksen staat niet op zichzelf, aangezien veel regio's kampen met vergelijkbare kritieke uitbraken van vogelgriep. Gelukkig zijn er tot nu toe geen gevallen van wilde vogels gemeld in het district Harburg, maar de bevolking wordt dringend verzocht voorzichtig te zijn en eventuele afwijkingen in de gaten te houden. Het district Harburg heeft ook duidelijk gemaakt dat elke pluimveehouder zijn dieren moet melden bij de veterinaire dienst om een beter overzicht te krijgen van de risicosituatie.
Gezien deze ontwikkelingen is het van belang dat de bevolking samenwerkt en vermoedelijke gevallen van zieke of dode dieren meldt bij de verantwoordelijke autoriteiten. Dit is de enige manier om de verspreiding van deze gevaarlijke dierziekte in te dammen.