Rijkdom en onrechtvaardigheid: AfD groeit door sociale problemen
De AfD verkrijgt invloed door sociale ongelijkheid; Studies tonen het verband aan tussen economische onzekerheid en rechts-populistische stemmen.

Rijkdom en onrechtvaardigheid: AfD groeit door sociale problemen
Wat motiveert kiezers in Duitsland? Uit een recent internationaal onderzoek blijkt dat percepties van rijkdom een grote invloed hebben op het stemgedrag. Mensen die economisch slechter af zijn dan hun ouders, stemmen doorgaans op rechts-populistische partijen. Dit werd door ruim 89.000 mensen bevestigd in een uitgebreid onderzoek. Sinds de oprichting twaalf jaar geleden heeft de AfD (Alternatief voor Duitsland) zich ontwikkeld tot de sterkste oppositiepartij en staat volgens onderzoeken momenteel vaak op de tweede of zelfs eerste plaats achter de Unie (CDU/CSU) als het gaat om de goedkeuring van de kiezers, meldt Zuid-Duitse krant.
Een zorgvuldige blik op het politieke landschap van Duitsland laat zien dat de opkomst van de AfD nauw verbonden is met een gevoel van ongelijkheid en onrechtvaardigheid. Volgens de analyse die wordt beschreven in het onderzoek op basis van het onderzoek moeten er sociale beleidsmaatregelen worden genomen om kiezers van deze partijen terug te winnen. “Als je de AfD wilt bestrijden, moet je sociaal beleid voeren”, is de dringende oproep van een deskundige. Uit de resultaten van een onderzoek begin 2024 blijkt dat bijna 90% van de AfD-stemmers de welvaart in Duitsland als oneerlijk verdeeld beschouwt. Economische dienst gemeld.
De sociale kloof
De sociale verschillen worden niet alleen door AfD-kiezers als oneerlijk ervaren. Ongelijkheid is een kwestie die ook veel andere politieke aanhangers bezighoudt. Vooral de Groenen maken zich zorgen over de ongelijke verdeling van de welvaart. Uit een persoonlijke enquête van IW uit mei 2024 blijkt dat 47% van de AfD-aanhangers zich grote zorgen maakt over de sociale ongelijkheid. Hun opvattingen over immigratie en economische ontwikkelingen zijn aanzienlijk negatief vergeleken met die van de algemene bevolking.
Vooral tijdens en na de coronapandemie is de perceptie van sociaal onrecht toegenomen. De Gini-coëfficiënt, die de inkomensongelijkheid meet, bleef tussen 2020 en 2023 stabiel op 0,30. Ondanks deze stabiliteit blijft de vermogensongelijkheid extreem hoog en heeft deze volgens de Europese Centrale Bank het hoogste percentage van de EU-landen. Niettemin hebben onderzoekers ontdekt dat er geen direct verband bestaat tussen welvaartsongelijkheid en het electorale succes van radicaal-rechtse partijen.
Rechts populisme en economische onzekerheid
Het verband tussen sociale ongelijkheid en de opkomst van rechts-radicale partijen is goed gedocumenteerd. Volgens een empirisch onderzoek gebaseerd op gegevens van 291 parlementsverkiezingen in twintig geïndustrialiseerde landen is het stemaandeel van radicale partijen sinds de jaren negentig meer dan verdubbeld. Het argument luidt dat de toenemende ongelijkheid vaak moet worden gezien als een resultaat van politieke beslissingen en niet als een systemisch probleem. “Herverdeling en inclusieve politiek kunnen de politieke polarisatie verminderen”, zijn de onderzoekers het erover eens Stichting Boeckler gemeld.
De zorgwekkende ontwikkeling dat mensen in Duitsland steeds meer rechts-radicale standpunten vertegenwoordigen, zou niet alleen de politieke cultuur, maar ook de sociale cohesie in gevaar kunnen brengen. Als de angsten van kiezers niet serieus worden genomen, kan dit op de lange termijn gevolgen hebben voor de democratie in Duitsland.