Financiële nood in Baden-Württemberg: gemeenten staan ​​op het omslagpunt!

Transparenz: Redaktionell erstellt und geprüft.
Veröffentlicht am

Financiële nood in het district Main-Tauber: er bestaat een risico op nieuwe schulden en besparingen in 2025. Steun van de staat en de federale overheid is vereist.

Finanznot im Main-Tauber-Kreis: 2025 drohen neue Schulden und Einsparungen. Unterstützung von Land und Bund gefordert.
Financiële nood in het district Main-Tauber: er bestaat een risico op nieuwe schulden en besparingen in 2025. Steun van de staat en de federale overheid is vereist.

Financiële nood in Baden-Württemberg: gemeenten staan ​​op het omslagpunt!

De financiële crisis in de gemeenten Baden-Württemberg blijft verergeren. Uit een actueel rapport van de deelraad blijkt dat van de 35 districten er maar liefst 31 in de rode cijfers staan. Districtsraadsvoorzitter Joachim Walter waarschuwt nu al dat de gemeenten het “tipping point” hebben bereikt. Wat vooral zorgwekkend is, is de voorspelling dat er tegen het einde van het jaar nog eens 110 miljoen euro in de rode cijfers zal staan. Deze alarmerende ontwikkelingen hebben talloze districten gedwongen nieuwe schulden aan te gaan of hun investeringen terug te dringen, terwijl 25 districten een beroep kunnen doen op de bestaande reserves. Volgens SWR staat aanstaande vrijdag een crisisbijeenkomst met de deelstaatregering gepland om oplossingen te bespreken.

De oorzaken van deze financiële problemen zijn divers. Kostenstijgingen, vooral in de sociale sector, klinieken en lokaal vervoer, zetten de gemeentelijke begrotingen onder druk. De zwaarst getroffen districten zijn het district Main-Tauber, het district Rems-Murr, Calw, Freudenstadt, het district Rhein-Neckar en Lörrach. In deze context roept Walter niet alleen op tot steun van de deelstaat- en federale overheid, maar ook tot een herverdeling van de omzetbelastingpunten ten gunste van de gemeenten. Het aandeel van de gemeenten Baden-Württemberg in de omzetbelasting bedraagt ​​momenteel ongeveer 1,1 miljard euro.

Hulpmaatregelen en investeringsfondsen

In mei 2023 beloofde de deelstaatregering een eerste steunbedrag van ongeveer 3 miljard euro ter ondersteuning van de gemeenten. Daarnaast draagt ​​het Gemeentelijk Investeringsfonds (KIF) bij aan het verbeteren van de financiële situatie van de gemeenten. Dit fonds, dat sinds 2021 een omvang heeft van 1.115 miljoen euro, ondersteunt belangrijke bouwprojecten zoals scholen, ziekenhuizen en renovaties. De fondsen worden beschikbaar gesteld volgens strikte financieringsrichtlijnen, die zijn opgesteld in samenwerking met gemeentelijke verenigingen en ministeries, zoals Baden-Württemberg Finance uitlegt.

Ook voor 2024 wordt een gemeentelijke investeringsaftrek (KIP) verwacht van circa 1,3 miljard euro. Dit forfaitaire bedrag is bedoeld om gemeenten te helpen hun algemene investeringscapaciteit te verbeteren, zonder gebonden te zijn aan een specifiek gebruik. Vooral slecht presterende gemeenten profiteren van extra middelen die via het egalisatiefonds beschikbaar komen. Over de verdeling van deze middelen wordt beslist door commissies van de regionale raden, waarvan de meeste bestaan ​​uit lokale vertegenwoordigers.

Federale steun

De financiering van gemeenten is niet alleen een staatsaangelegenheid. Het Federale Ministerie van Financiën benadrukt dat de staten verantwoordelijk zijn voor voldoende financiële middelen voor gemeenten. Tegelijkertijd levert de federale overheid een belangrijke bijdrage aan het versterken van de gemeentelijke infrastructuur. De federale overheid heeft via verschillende financieringsprogramma’s de steun voor financieel zwakke gemeenten vergroot, wat een hoog financieringspercentage tot wel 90 procent kan betekenen.

De verandering in het gemeentelijke financiële landschap vereist niet alleen staatssteun, maar ook innovatieve concepten om het financiële handelingsvermogen van steden en gemeenten te waarborgen. De druk op gemeenten zal, zeker in tijden van stijgende kosten van levensonderhoud en algemene inflatie, blijven toenemen. Alleen door samenwerking tussen de federale, staats- en lokale autoriteiten kan een koers worden aangehouden die de openbare diensten en het lokale zelfbestuur op de lange termijn veiligstelt.