Geschil over de Kirchweg in Schwenningen: privé of openbaar?
Een juridisch geschil in Schwenningen over een privéweg roept vragen op over de eeuwenoude verjaringstermijn en mogelijke onteigening.

Geschil over de Kirchweg in Schwenningen: privé of openbaar?
Er gebeurt veel in de kleine gemeenschap Schwenningen am Heuberg. De discussie over een particulier pad dat de gemeente openbaar wil verklaren, zorgt voor verhitte debatten. Jürgen Klemm en Claudia Hogenhuis, die zes jaar aan de Hauptstrasse 43 wonen en daar een natuurgeneeskundigenpraktijk runnen, zijn de protagonisten van dit conflict. Zij zijn eigenaar van een perceel waarover het kerkpad loopt, dat is aangewezen als privépad, maar de gemeente negeert dit. Dat meldt Schwäbische.de, dat het dispuut pas in een stroomversnelling kwam toen er in de buurt een bouwproject begon en er vragen rezen over de aansprakelijkheid voor mogelijke schade veroorzaakt door bouwmaterieel. Klemm en Hogenhuis verboden de bouwer vervolgens hun perceel te betreden.
Met verwijzing naar het instituut van de “onheuglijke verjaringstermijn” beweert de gemeenschap dat het kerkpad een openbaar pad is. Deze bijzondere regel uit het Romeinse recht stelt dat een recht geacht wordt te bestaan als het gedurende een langere periode onafgebroken is uitgeoefend. Zo stelt het Juraforum het: “De enorme verjaringstermijn is een juridische instelling die niet bij wet is geregeld” en is vooral belangrijk op juridische gebieden zoals het wegenrecht en het naburige recht. Het heeft een juridische functie die verschilt van het Burgerlijk Wetboek.
De juridische achtergrond
Het instituut van onheuglijke verjaring is niet verankerd in het Burgerlijk Wetboek, maar is gebaseerd op het gewoonterecht, wat een hoge mate van complexiteit bij de bewijslevering met zich meebrengt. Vereisten zijn onder meer de ononderbroken uitoefening van het recht gedurende een periode van minimaal 40 jaar en het ontbreken van tegengestelde herinneringen uit de voorgaande 40 jaar. Deze punten vertegenwoordigen MTR Juridisch helder, waarin ook wordt uitgelegd dat dit een bijzondere vorm van verwerving is die in de moderne jurisprudentie zelden wordt gebruikt.
De gemeenschap baseert haar claim op een districtsatlas uit 1872 tot 1875 om haar claim te ondersteunen. Maar Klemm en Hogenhuis zien dit als misbruik van een juridische instelling en vrezen onteigening zonder compensatie. Ze halen eigen bewijsmateriaal aan waaruit blijkt dat het kerkpad privé is, waaronder een geregistreerd recht van overpad uit de jaren zeventig en een mislukt koopaanbod van de gemeente in 1998.
Actuele ontwikkelingen en vooruitzichten
Naar aanleiding hiervan spanden de twee eisers een rechtszaak aan tegen de gemeente. Er heeft al een eerste bijeenkomst plaatsgevonden bij de administratieve rechtbank van Sigmaringen, en een tweede zal volgen om verklaringen te horen van twee oudere getuigen die het gebruik van het kerkpad vóór 1964 zullen bevestigen. In de eerste ronde besloot de rechtbank dat het kerkpad als een privépad moest worden beschouwd - een uitspraak die nog niet juridisch bindend is. Een beroep kan de situatie op elk moment opnieuw laten escaleren. Burgemeester Ewald Hoffmann legde uit dat de gemeente de uitspraak zou afwachten om geen overhaaste stappen te ondernemen.
Dit geschil over de kerkelijke route is een voorbeeld van de complexiteit van het nabuurschapsrecht en de eeuwenoude verjaringstermijn in Duitsland. Het blijft spannend om te zien hoe de situatie zich gaat ontwikkelen en of er uiteindelijk een oplossing kan worden gevonden die voor alle betrokkenen acceptabel is.