Gedenkteken in Weihenstephan: Herdenking van vervolgde TUM-professoren

Transparenz: Redaktionell erstellt und geprüft.
Veröffentlicht am

De Technische Universiteit van München herdenkt vier vervolgde professoren op de Weihenstephan-campus. Een plek van herinnering en reflectie.

Technische Universität München gedenkt vier verfolgten Professoren am Campus Weihenstephan. Ein Ort der Erinnerung und Reflexion.
De Technische Universiteit van München herdenkt vier vervolgde professoren op de Weihenstephan-campus. Een plek van herinnering en reflectie.

Gedenkteken in Weihenstephan: Herdenking van vervolgde TUM-professoren

De Technische Universiteit München (TUM) stuurt een krachtig herdenkingssymbool naar haar campus in Weihenstephan. Op 4 november 2025 werden daar gedenkplaten onthuld voor vier hoogleraren die tijdens het nationaal-socialistische bewind werden vervolgd en ontslagen. Dit initiatief maakt deel uit van een grotere inspanning van de universiteit om haar verleden onder ogen te zien en haar betrokkenheid bij het nationaal-socialisme aan te pakken. Volgens de Zuid-Duitse krant De plaquettes herdenken de professoren Anton Fehr, Hans Raum, Carl Sachs en Kurt Trautwein, wier lot tijdens deze ceremonie in beeld werd gebracht.

Het monument in Weihenstephan is niet alleen bedoeld om te herdenken, maar ook om een ​​kritisch onderzoek naar het verleden aan te moedigen. Prof. Winfried Nerdinger, emeritus of Excellence bij TUM en oprichter van het NS Documentatiecentrum, heeft dit project geïnitieerd. In een tijd waarin het nazitijdperk vaak slechts sporadisch ter sprake komt, zorgt TUM ervoor dat de verhalen van deze professorale slachtoffers geëerd worden. De plaquettes zijn geïnstalleerd in het centrale collegezaalgebouw van het Maximus von Imhof Forum en geven informatie over de connectie tussen het naziregime en de Technische Universiteit van München, aldus de TUM.

Van de vier genoemde hoogleraren werd tussen 1934 en 1936 hun leerstoel ingetrokken, maar om sterk uiteenlopende redenen. Anton Fehr, een landbouwwetenschapper en duidelijke tegenstander van het naziregime, werd in 1935 gedwongen met pensioen te gaan en werd pas na de oorlog gerehabiliteerd. Hans Raum, een gerenommeerd hoogleraar plantenveredeling, werd in 1934 om politieke redenen gedwongen met pensioen te gaan, maar kon in 1946 terugkeren en werd later politiek actief bij de CSU. Ook Kurt Trautwein, die werd vervolgd vanwege zijn kritische houding, en zijn joodse vrouw, werden het slachtoffer van politieke willekeur. Carl Sachs, die als deskundige economie en landbouwbeleid doceerde, werd in 1934 gedwongen met pensioen te gaan en vocht na de oorlog tevergeefs voor verhaal.

Een plek voor bezinning en herinnering

Het monument in Weihenstephan maakt deel uit van een langere termijnstrategie bij TUM, die in 2018 begon met een tentoonstelling en een boek over haar betrokkenheid tijdens het nationaal-socialisme. Volgend jaar worden er in München nog zeventien besturen geïnstalleerd voor ontslagen hoogleraren. Deze stappen maken deel uit van een omvangrijk proces van verwerking van de situatie die de universiteit al jaren nastreeft en waarbij ook rekening wordt gehouden met donkere hoofdstukken uit de eigen geschiedenis.

Op grotere schaal werkt de federale overheid momenteel aan verdere projecten om het onderzoek naar nazi-misdaden te bevorderen. Onder leiding van staatsminister van Cultuur Wolfram Weimer worden in totaal dertien nieuwe projecten gefinancierd die verband houden met de nazigeschiedenis, waaronder een focus op treinstations als plaatsen van vervolging. Zoals de Federale regering Dit programma heeft tot doel het bewustzijn van de verhalen van zowel slachtoffers als daders te vergroten.

Al deze initiatieven maken duidelijk dat het voor de mensen en instellingen die in Duitsland verantwoordelijkheid dragen belangrijk is om niet alleen hun eigen geschiedenis te bewaren, maar deze ook actief te verwerken. Op een plek als de Weihenstephan-campus wordt deze geschiedenis niet vergeten, maar levend gehouden. De gedenkplaten zijn niet alleen een teken van spijt, maar vooral een uitnodiging om van de geschiedenis te leren.