Virusgevaar door vogeltrek: 400.000 boerderijdieren al geruimd!

Transparenz: Redaktionell erstellt und geprüft.
Veröffentlicht am

Trekvogels dragen bij aan de verspreiding van de vogelgriep. In Duitsland moesten al 400.000 boerderijdieren worden gedood.

Zugvögel tragen zur Ausbreitung der Vogelgrippe bei. 400.000 Nutztiere mussten in Deutschland bereits getötet werden.
Trekvogels dragen bij aan de verspreiding van de vogelgriep. In Duitsland moesten al 400.000 boerderijdieren worden gedood.

Virusgevaar door vogeltrek: 400.000 boerderijdieren al geruimd!

Het woord ‘boeman’ wordt steeds vaker gebruikt in verband met de vogelgriep. Terwijl de vogeltrek in volle gang is, moeten eigenaren van dieren en pluimveehouders in Duitsland opletten. Het Friedrich Loeffler Instituut (FLI) luidt de noodklok omdat het aantal vogels dat sterft aan de gevreesde vogelgriep dramatisch toeneemt. President Christa Kühn waarschuwt dringend voor een hoge virusdruk, vooral door besmette wilde vogels. Het advies is duidelijk: rustplekken moeten vermeden worden, dieren mogen niet geschrokken worden en dode vogels mogen niet aangeraakt worden.

De golf van infecties begon dit jaar verrassend vroeg en in Duitsland zijn al ongeveer 400.000 boerderijdieren gedood. Vooral kippen, eenden, ganzen en kalkoenen worden getroffen, terwijl de economische schade in de miljoenen loopt. Alleen al in Mecklenburg-Voor-Pommeren moesten bijna 150.000 legkippen plaats maken voor het virus, en ook in het district Märkisch-Oderland in Brandenburg zijn 130.000 dieren getroffen. Ook Thüringen, Nedersaksen, Beieren, maar ook Noordrijn-Westfalen en Baden-Württemberg registreren uit voorzorg talrijke slachtingen van dieren. Lippewelle meldt dat veel fokkers een dreigende prijsverhoging zullen moeten volgen.

Vogelgriep en de overdracht ervan

De FLI legt uit dat de ziekteverwekker van de vogelgriep vooral voorkomt bij wilde watervogels, zonder dat deze zelf ziek worden. Ze kunnen het virus echter nog steeds via hun ontlasting overbrengen. Infecties ontstaan ​​door uitwerpselen van besmette vogels die via water of vochtige modder in het spel komen. Ook roofvogels zijn niet vrijgesteld, omdat zij besmet kunnen raken door het eten van het kadaver van zieke dieren. Het H5N1-virus is hier bijzonder belangrijk, omdat het verantwoordelijk is voor talrijke sterfgevallen onder vogels. NDR heeft analyseerden dat de symptomen bij huisdieren variëren van lethargie tot kortademigheid, en dat vooral kippen en kalkoenen het meest getroffen worden.

Maar het zijn niet alleen de dieren zelf die in het middelpunt van de belangstelling staan. Overdracht van het virus op mensen lijkt tot nu toe een laag risico te vormen, hoewel er enkele geïsoleerde gevallen zijn gemeld, meestal via contact met geïnfecteerde kippen. Volgens de WHO handelt de WHO preventief en heeft sinds 2003 wereldwijd 464 sterfgevallen als gevolg van H5N1 gedocumenteerd, maar tot nu toe zijn er in Duitsland geen mensen getroffen. Het risico van overdracht van mens op mens blijft daarom een ​​vraagstuk voor de wetenschap.

Preventieve maatregelen voor pluimveehouders

Om de verspreiding van het virus tot een minimum te beperken, moeten pluimveehouders het contact tussen hun dieren en wilde watervogels ernstig beperken. De FLI beveelt aan om beperkte gebieden en observatiegebieden in te stellen rond plaatsen waar zieke wilde vogels worden aangetroffen om het risico verder te verminderen. Er wordt steeds meer gepleit voor een landelijke huisvestingsbehoefte om pluimvee te beschermen tegen de vrije uitloop. In deze context stemt het tot nadenken dat er in Duitsland geen maatregelen bestaan ​​om pluimvee te immuniseren, ook al kunnen er uitzonderingen worden gemaakt in noodsituaties in andere EU-lidstaten.

Hoewel de situatie ernstig is, blijft het belangrijk om de feiten over de vogelgriep duidelijk te communiceren. Door passende hygiënemaatregelen te nemen en contact met wilde vogels te vermijden, kan het risico op infectie aanzienlijk worden verminderd. Met dit duidelijke advies wordt gehoopt dat de pluimveehouderij in Duitsland niet verder in gevaar zal komen, zelfs niet met de komende slachtseizoenen. Opheldering en aandacht in deze kritieke tijden zijn van het grootste belang, ook voor de toekomst van de veefokkerij in Duitsland.