Olympische Spelen in Keulen: Economische onderzoekers waarschuwen voor hoge kosten en risico's

Olympische Spelen in Keulen: Economische onderzoekers waarschuwen voor hoge kosten en risico's

Een mogelijk bod van Keulen voor de Olympische Spelen staat centraal in de huidige discussies over de economische gevolgen van zulke grote evenementen. Oliver Holtemöller, vice-president van het Leibniz Instituut voor Economisch Onderzoek in Halle, gaf uitgebreid commentaar op de voor- en nadelen. Hij benadrukt dat de kosten doorgaans groter zijn dan de inkomsten, wat vooral te danken is aan de noodzakelijke bouwactiviteiten. Veel steden worden geconfronteerd met de uitdaging om bestaande sportfaciliteiten te gebruiken of nieuwe te bouwen, met grote economische gevolgen. Een blik op de Olympische Spelen van Barcelona in 1992 en Salt Lake City in 2002 laat zien dat positieve effecten vaak uitzonderingen zijn. Daar zijn verbeteringen in de infrastructuur gerealiseerd, maar een positieve verhouding tussen inkomsten en kosten op de korte termijn is niet realistisch.

De inwoners van Keulen zouden de methodologie achter de onderzoeken naar de economische effecten eens goed moeten bekijken. Er treden vaak verplaatsingseffecten op, die de interpretatie van bezoekersaantallen aanzienlijk bemoeilijken. Holtemöller wijst erop dat de kostenplanning voor de Olympische Spelen vaak onrealistisch is en op voorhand dramatisch wordt onderschat. Ook algemene inflatie en onvoorzienbare factoren spelen hierbij een rol. Om een ​​weloverwogen beslissing te kunnen nemen, moeten de voor- en nadelen van de Olympische Spelen transparant worden gecommuniceerd.

Kosten en baten in een internationale context

Een blik voorbij de grenzen van Keulen, naar Parijs, laat zien dat de totale kosten voor de Olympische Spelen van 2024 worden geschat op ongeveer 7,7 miljard euro, waarvan alleen al voor de infrastructuur 3,3 miljard euro is gepland. Dit is bijna twee keer zo hoog vergeleken met de klassieke kostenmarge van tussen de 3 en 5 miljard euro die doorgaans voor dergelijke evenementen wordt gehanteerd. Timo Zimmermann, een sporteconoom, vestigt de aandacht op de hoge kosten, terwijl de Universiteit van Limoges een economische impact van ongeveer 10,7 miljard euro verwacht van het toenemende toerisme en nieuwe banen. Maar er is scepsis: Stephan Kemper van BNP Paribas verwacht slechts een marginaal positief effect op de economie, gezien de hoge uitgaven. Veiligheidsproblemen en hoge hotelprijzen zorgen er ook voor dat het aantal boekingen in Parijs afneemt, waar momenteel 25% van de hotels onderbenut is.

De verwachte 15 miljoen bezoekers tijdens de spelen, waarvan een groot deel Frans, zullen ook vaak niet in hotels verblijven - een factor die de potentiële inkomsten verder drukt. Op vergelijkbare wijze als in Londen tijdens de Spelen van 2012, toen slechts 10% van de nieuwe banen onder werklozen werd gecreëerd, zou het scheppen van nieuwe banen in Parijs ook een tijdelijke impact kunnen hebben. De toeristische sector wordt geconfronteerd met fundamentele factoren zoals de omzetdaling bij Air France tot 180 miljoen euro.

Samenvattend kan worden gesteld dat, hoewel het enthousiasme voor zulke grote gebeurtenissen vaak groot is, de werkelijke economische effecten kritisch in twijfel moeten worden getrokken. Of Keulen er goed in is burgers voor te lichten over de echte kansen en uitdagingen, blijft nog maar de vraag.