Wüst roept op tot een harde heroverweging als het gaat om het geld van burgers: nieuwe druk tot hervormingen!

Wüst roept op tot een harde heroverweging als het gaat om het geld van burgers: nieuwe druk tot hervormingen!

In het huidige debat over het geld van de burgers heeft de premier van Noordrijn-Westfalen, Hendrik Wüst, een duidelijk standpunt ingenomen in de ARD-talkshow "Maischberger". Wüst zette vraagtekens bij de eerlijkheid van het volledig dekken van de huisvestingskosten voor ontvangers van burgeruitkeringen en riep op tot een herziening van de duur en het bedrag van de betalingen. “Het moet duidelijk zijn hoe we gerechtigheid kunnen garanderen voor mensen met lage inkomens”, zei hij. Wüst uitte ook zijn bezorgdheid dat EU-buitenlanders die een minibaantje aannemen, onmiddellijk het geld van de burgers zouden kunnen aanvullen zonder ooit aan het systeem te hebben betaald. Deze regel heeft al aanleiding gegeven tot enige discussie, vooral onder degenen die zich zorgen maken over hun eigen financiële zekerheid nu de kosten van levensonderhoud stijgen.

Tegelijkertijd kondigde federaal minister van Arbeid Bärbel Bas (SPD) aan dat zij zo snel mogelijk hervormingsvoorstellen zou indienen. De geplande veranderingen zouden strengere eisen kunnen omvatten, bijvoorbeeld hogere sancties voor uitkeringsontvangers van burgers die een afspraak bij een arbeidsbureau missen of een baanaanbod weigeren. Een andere benadering van verandering is het voorkomen van misbruik van de verzorgingsstaat, wat vooral belangrijk is gezien de toename van het aantal EU-buitenlanders dat staatsburgerschapsuitkeringen ontvangt.

Wettelijke vereisten en recht op burgergeld

De Federale Sociale Rechtbank heeft onder dossiernummer B 4 AS 12/23 R de voorwaarden bepaald waaronder burgers van de Unie en hun gezinsleden recht hebben op een burgeruitkering. Dit is vooral relevant voor EU-burgers die al lange tijd in Duitsland wonen. De eiseres in deze specifieke zaak stond al enkele jaren als Pools staatsburger in Duitsland geregistreerd en vroeg, ondanks haar situatie, het arbeidsbureau om ondersteuning. De uitspraak van de rechtbank benadrukt dat een gewone verblijfplaats in Duitsland noodzakelijk is om recht te hebben op een burgeruitkering. Er zijn eisen gesteld aan deze regeling, die de positie van EU-burgers in het sociale stelsel versterkt. Kinderen die in een gemeenschap leven met een werkbare persoon die recht heeft op een uitkering, hebben ook recht op een burgeruitkering, ongeacht de omstandigheden van de ouders.

Interessant is dat het aandeel uitkeringsontvangers van niet-Duitse staatsburgers in Duitsland is gestegen van 19,6 procent in 2010 naar 47,3 procent in 2023. CDU-secretaris-generaal Carsten Linnemann beschreef dit als een “flankerende leemte in de regelgeving” en roept op tot strengere regelgeving om het sociale systeem tegen misbruik te beschermen. Hij wees op het toenemende aantal oorlogsvluchtelingen, wat een reden voor deze stijging zou kunnen zijn. Er is ook kritiek dat kleine arbeidscontracten vaak leiden tot verhogingen door de overheid, wat verdere actie vereist. Bas steunt de eisen van Linnemann en ziet ook de noodzaak van veranderingen om de structuren van de verzorgingsstaat te beschermen.

De verantwoordelijkheid van werkgevers

Een andere urgente kwestie is hoe om te gaan met werkgevers die illegale werknemers in dienst nemen. Linnemann roept op tot zwaardere straffen voor dergelijke werkgevers, terwijl Bas het idee naar voren bracht van een ‘competentiecentrum voor prestatiemisbruik’ en betere gegevensuitwisseling tussen verschillende autoriteiten. Op deze manier kunnen criminele structuren die de staat uitbuiten effectiever worden bestreden. “Het is aan ons om misbruik duurzaam te voorkomen en tegelijkertijd gerechtigheid te creëren voor alle burgers”, aldus Bas.

De voorstellen van de minister en de discussies rondom het geld van burgers maken duidelijk dat er nog veel innovaties en optimalisaties mogelijk zijn. Alleen de tijd zal leren of deze hervormingen erin zullen slagen een goed evenwicht te vinden tussen de behoeften van mensen die hulp nodig hebben en de bescherming van de socialezekerheidsfondsen. Een groot deel van het landelijke speciale fonds, dat 100 miljard euro omvat en Noordrijn-Westfalen, als grootste deelstaat, 21 miljard euro ter beschikking stelt, moet worden gebruikt om scholen en voorzieningen voor voorschools onderwijs te verbeteren. Dit zou ook kunnen bijdragen aan het stabiliseren van sociale structuren en is een stap in de goede richting.

De vraag blijft hoe politieke actoren de evenwichtsoefening tussen steun en controle zullen beheren, terwijl het geld van burgers nog steeds erg populair is en voor veel mensen belangrijke steun biedt.

Voor meer informatie kunt u de gedetailleerde rapporten over de Borken krant, Burger geld En dagelijks nieuws.