Pensioencrisis: Eén op de vier Duitsers ontvangt minder dan 1.300 euro!
De pensioensituatie in Duitsland: ruim 25% van de gepensioneerden ontvangt minder dan 1.300 euro per maand. Analyse van armoede en politiek.

Pensioencrisis: Eén op de vier Duitsers ontvangt minder dan 1.300 euro!
In Duitsland is de pensioensituatie een onderwerp dat altijd voor discussies zorgt. Luidruchtig ster Ruim één op de vier Duitsers die minimaal 45 jaar een pensioenverzekering heeft afgesloten, ontvangt een pensioen van minder dan 1.300 euro per maand. Dit is een waarschuwingssignaal voor veel gepensioneerden die met een krap budget moeten leven.
Gemiddeld ontvangen ruim 5,5 miljoen gepensioneerden met de bijbehorende premiejaren een pensioen van 1.668 euro. Er zijn duidelijke verschillen tussen de regio's: Terwijl gepensioneerden in West-Duitsland gemiddeld 1.729 euro ontvangen, ontvangen gepensioneerden in Oost-Duitsland slechts 1.527 euro. Vooral de verschillen tussen de deelstaten zijn opvallend: in Hamburg bedraagt het hoogste pensioen 1.787 euro, terwijl Thüringen met slechts 1.491 euro het laagste pensioen heeft.
Genderperspectief en armoede op oudere leeftijd
Ook de pensioenkloof tussen mannen en vrouwen is een relevant onderwerp dat in het publieke debat vaak wordt verwaarloosd. Mannen ontvangen gemiddeld 1.778 euro, terwijl vrouwen het met 1.449 euro beduidend minder moeten doen. Deze ongelijkheid betekent dat armoede op oudere leeftijd vrouwen zwaarder treft. Statistisch rapporteert dat in 2022 ongeveer 19,4 procent van de oudere vrouwen een armoederisico loopt, terwijl dit percentage voor mannen slechts 15,1 procent bedraagt.
De redenen voor deze ongelijkheid zijn divers. Vrouwen werken vaak in deeltijd, doen meer onbetaald zorgwerk en hebben daardoor lagere pensioenrechten. Bovendien zijn de cijfers van bpb dat ongeveer 17 procent van de gepensioneerde huishoudens en 27 procent van de huishoudens met gepensioneerden een netto inkomen heeft van minder dan 1.300 euro. Dit is vooral alarmerend als je bedenkt dat in 2022 ongeveer 660.000 mensen in Duitsland afhankelijk waren van basisveiligheid – een recordaantal.
Gepensioneerde huishoudens versus gepensioneerde huishoudens
Een ander interessant aspect is het verschil tussen gepensioneerde huishoudens en gepensioneerde huishoudens. Gepensioneerden hebben het veel beter: zo'n 60 procent van hen bevindt zich in de hogere inkomensklasse vanaf 3.600 euro, terwijl slechts 11 procent van de gepensioneerde huishoudens deze status bereikt. De financiële kloof komt ook duidelijk naar voren uit de gegevens over de inkomensverdeling, waaruit een zorgwekkende opeenstapeling van inkomensarmoede blijkt.
Dietmar Bartsch van links spreekt in deze context van een “indicatie van armoede voor de politiek” en roept op tot een fundamentele ommekeer in het pensioenbeleid. Hij bekritiseert de stabilisatie van het pensioenniveau op 48 procent en wijst erop dat lagere pensioenen vaak slechts een deel van het probleem zijn. Het kabinet benadrukt echter dat de cijfers niet de gehele financiële situatie van de getroffenen weerspiegelen, omdat ook andere inkomstenbronnen een rol kunnen spelen.
Vooral degenen die een lager pensioen ontvangen vanwege korte premieperioden worden getroffen. De combinatie van lage wettelijke pensioenen en een gebrek aan bedrijfspensioenen creëert een vicieuze cirkel van armoede op oudere leeftijd, die vooral solistische zelfstandigen en mensen in de lagelonensector hard treft.
Het debat over pensioenhervormingen is meer dan alleen een politieke discussie. Het treft miljoenen mensen in Duitsland die moeten vrezen voor hun financiële zekerheid op oudere leeftijd. Gezien het voortdurend toenemende aantal gepensioneerden en de groeiende verschillen in pensioenen, valt het nog te bezien hoe politici zullen reageren om dit tegen te gaan.